2 Help Children


Nieuwsoverzicht

bezoek Zuid Afrika 2010

Geplaatst op 1 Maart 2010

[url=http://www.2helpchildren.nl/projecten/Cor+van+Haasteren+Trust/pics#pics]Bekijk foto's van de Cor van Haasteren Trust[/url]

[url=http://www.2helpchildren.nl/projecten/Lerato+Educational+Centre/pics#pics]Bekijk foto's van Lerato[/url]

De opgestoken duim van Stef Bos die zojuist Bert had ontdekt bij de bovenste ring van het openluchttheater in Stellenbosch, bleek veelzeggend.

Na een paar dagen genoten te hebben van de prachtige Zuid-Afrikaanse natuur en ons tegoed te hebben gedaan aan alles wat dit tot zo’n heerlijk vakantieland maakt, was dit het startsein voor een bewogen week vol ontmoetingen met hele bijzondere mensen. Het is zondagavond, 7 februari, en we maken ons op voor wat later een heel mooi en bij tijd en wijle ontroerend concert blijkt te worden. “Ons mors ons tijd” zingt Stef op zeker moment maar we zijn onszelf er alle vier goed van bewust dat dit toch echt niet op ons van toepassing is. Na afloop van het optreden volgt er een geanimeerde ontmoeting met Stef waarbij nog wat zaken besproken worden met betrekking tot het benefietconcert van 18 april a.s. Stef is een bewogen vent, betrokken bij het kinderleed in wat zo langzamerhand zijn tweede vaderland aan het worden is. Het afscheid is hartelijk en geeft een goed voorgevoel voor wat ons allen op 18 april te wachten staat.

Teruggekeerd in het Guesthouse, sluiten we de avond af met een lekkere fles rosé, de volgende ochtend zullen we beginnen aan onze tocht richting Lesotho. Hier worden we woensdag rond het middaguur verwacht maar dat betekent wel een reis van ongeveer 1000km die over, het dient gezegd, doorgaans goede wegen gaat. Lesotho is een onafhankelijk koninkrijk dat geheel omringd wordt door Zuid-Afrikaans grondgebied. De bedrijvigheid rond de grensovergang is een film waard, maar bijna iedereen lijkt goedgehumeurd en na het betalen van de wegenbelasting van omgerekend 40 cent, rijden we het bergachtige Lesotho in. De bestemming is Maseru, de hoofdstad waarvan het inwonertal de afgelopen jaren explosief is gestegen tot 350.000 inwoners. De Aids-problematiek is hier groot, bijna een kwart van de bevolking is besmet en dat verklaart mede het grote aantal kinderen in deze stad dat maar één ouder heeft of zelfs wees is. Vooral in de één ouder groep zijn er erg veel kinderen die niet naar de, zeg maar, middelbare school kunnen omdat er geen middelen zijn voor lesgeld of schoolboeken.

Het is met name de ‘Cor van Haasteren Trust’ die zich om deze groep kinderen bekommert en we hebben een afspraak met Gerard Mathot. Hij heeft de taak op zich genomen om gehoor te geven aan Cor’s laatste wens om het door hem begonnen werk, het laten leren van kansarme kinderen, voort te zetten. We ontmoeten Gerard in de Lancers Inn in Maseru, de sfeer is hartelijk en vrijwel meteen begint hij vol passie uit te leggen hoe hij en zijn rechterhand ter plekke, Rabasotho Mpakoba, te werk gaan bij het selecteren en begeleiden van de kinderen die dankzij het geld van de Trust naar school kunnen gaan. Hij neemt ons al rap mee naar de drukkerij die Cor destijds opstartte met zijn Filippijnse zakenvriend. Hier komt het geld vandaan, in de vorm van een jaarlijks dividend van ongeveer 10.000 euro, waarmee de Trust slechts een beperkt deel van de jaarlijkse aanvragen voor financiële ondersteuning kan honoreren. Gerard vertelt en blijft vertellen. Ook tijdens het eten, ’s avonds in het hotel, waarbij ook Rabasotho aanschuift.

De volgende morgen neemt Gerard ons mee naar het huis waar Cor gewoond heeft en we gaan zitten aan de tafel waaraan Gerard iedere zaterdag plaatsneemt om de leerlingen te ontmoeten die door hem worden begeleid. Tijdens het praten krijgen we van Gerard te horen dat hij bij nog veel meer projecten betrokken is. Gerard is de juiste man op de juiste plaats, zoveel is zeker. We nemen afscheid van hem, we moeten verder, richting Johannesburg. Vrijdagmorgen zullen we Lerato bezoeken, zo is afgesproken met Goona Padayatchi , onze contactpersoon ter plaatse. Hij staat er op dat we bij hem en zijn vrouw Pingal logeren, het wordt een ontvangst en verblijf waar geen vijfsterren hotel aan kan tippen. ‘Maak jouself tuis’, in hoofdletters geschreven.De volgende morgen neemt Goona ons mee naar het Lerato Educational Centre, een bezoek om niet gauw te vergeten. Meer dan 300 kinderen, afkomstig uit het nabijgelegen township, in de leeftijd van drie tot negen jaar. Verdeeld over diverse klasjes die gehuisvest zijn in grote containers. Met ‘juffen’ voor de klas die door het Centrum zelf min of meer zijn opgeleid. En die allemaal even enthousiast zijn, net als de kinderen. Als we klas voor klas binnenstappen, worden we iedere keer onthaald op een zojuist ingestudeerd lied of een welgemeend ‘welcome friends’.

Zuster Mary staat te genieten, zij is de vrouw die zo’n 20 jaar geleden is begonnen met de start van een kindercrèche. Ze is, in alle bescheidenheid, trots op haar levenswerk dat dankzij diverse giften kon uitgroeien tot wat het nu is: een opvangcentrum voor kinderen.
Dr. Bruno Pauly, werkzaam in een ziekenhuis in Johannesburg, en één van de drijvende krachten die dit mede mogelijk hebben gemaakt, heeft ook wat tijd voor ons vrij kunnen maken. Hij en zuster Mary leggen ons uit wat de grote wens is van het Centrum, de bouw van een grote gemeenschapsruimte die gebruikt kan worden voor diverse gezamenlijke activiteiten. En dat is natuurlijk, gelet op het grote aantal kinderen dat hier dagelijks een warm onthaal vindt, zeer begrijpelijk. Als we worden uitgezwaaid, is het hoofd vol van de opgedane ervaringen. En als Goona, in zijn rol van enthousiast gastheer, ons daarna meeneemt naar het Apartheidsmuseum in een poging om ons te laten kennisnemen van een heel belangrijk stukje Zuid-Afrikaans verleden, blijkt het hoofd te vol.

We kijken wel, maar toch ook weer niet, de beelden uit Lerato blijven terugkeren op het netvlies. ’s Avonds stappen we weer in het vliegtuig naar huis. Buiten is het 26 graden, thuis wacht ons de vrieskou. Het verschil is groot. Maar dat geldt ook voor de welvaart, met dit verschil, dat wij er hier warmpjes bijzitten en zij daar min of meer in de kou staan. Op onze vraag aan Goona : “Denk je dat zuster Mary bij het benefietconcert aanwezig zal zijn?”, antwoordde hij: “Ik denk het niet, ze zal waarschijnlijk zeggen dat ze voor de kinderen moet zorgen.” Waren dat ook niet woorden van gelijke strekking van Cor van Haasteren destijds, ‘zorg voor mijn jongens’? Het is een fijn gevoel dat we, een ieder op zijn eigen wijze, op 18 april a.s. aan die zorg een steentje kunnen en mogen bijdragen.

Hans

Nieuwsarchief